17 SGD NU!

17 SGD NU!

SDG & Mali-ka-di

1. Geen armoede

gebouw verwaarloosd

Mali behoort tot de armste landen ter wereld: dat betekent dat Mali-ka-di investeert in de integrale ontwikkeling van enkele afgelegen plattelandsdorpen, waarvan de bevolking zich actief inzet om uit de armoede te geraken. Praktijkgericht onderwijs voor kinderen (maar ook voor volwassenen) blijkt de beste garantie te zijn om op korte termijn meer welvaart te creëren. Mannen en vrouwen leren van hun kinderen dat hun leven erop vooruitgaat wanneer ze lessen volgen die gericht zijn op de verbetering van hun dagelijkse activiteiten, zij het de grond bewerken voor een efficiëntere oogst (bv. hoe composteren, hoe en wanneer bevloeien) of het voeden van hun kinderen (bv. wat na borstvoeding?).

2. Geen honger

vrouwenmoestuin
vrouwenmoestuin

In Mali leven de meeste families op het platteland van kleinschalige landbouw: de mannen verbouwen vooral gierst, het basisvoedsel voor alle maaltijden. De vrouwen vullen dit aan met het kweken van sla, okra en ajuin voor de saus bij de gierstmaaltijden. Indien er voldoende, maar ook weer niet te veel, regen valt in het regenseizoen, is er geen probleem.  Dat verandert wanneer niet aan de juiste klimatologische voorwaarden is voldaan en deze monocultuur tot een catastrofe leidt. Mali-ka-di introduceert daarom niet alleen nieuwe gewassen zoals aardappelen en bonen, maar investeert samen met de vrouwen in de aanleg van gemeenschappelijke moestuinen waarin ook moringa wordt verbouwd (een lokale boomsoort, intussen bekend als hoogwaardig voedingssupplement). 

3. Goede gezondheid en welzijn

medische consultaties
medische consultaties

Omdat gezondheidszorg op het platteland zo goed als onbestaande is en de onwetendheid over de samenhang tussen hygiëne en gezondheid bijzonder groot is, organiseert Mali-ka-di maandelijks zowel medische consultaties als basiscursussen over elementaire gezondheid. Een ervaren gediplomeerde verpleegster en haar assistent leren de vrouwen hoe ze zichzelf en hun kinderen kunnen verzorgen (door wonden te ontsmetten, zuiver water te drinken, gevarieerde voeding te geven, …), maar ook tanden te poetsen, aan gezinsplanning te doen, kleine kinderen voldoende te kleden en vooral afval op te ruimen (geen batterijen meer in de moestuinen!)

4. Kwaliteitsonderwijs

naailes
naailes

Door de enorme demografische groei (gemiddeld 6 kinderen per vrouw) dienen er jaarlijks niet alleen duizenden scholen bijgebouwd, maar ook 10.000en extra leerkrachten aangesteld! Dit is een enorm probleem, omdat het niveau van de normaalscholen en universiteiten enorm gedaald is sinds de 60-er jaren. Deze neerwaartse tendens wordt nog versterkt door de jaarlijks weerkerende stakingen van professoren en leerkrachten. Door de onmacht van de staat, ontstaan er veel privé scholen. Ook Mali-ka-di financiert jaarlijks de bouw van een aantal klassen (in het vooruitzicht van een volledige basisschool), en betaalt maandelijks de lonen van alle leerkrachten zolang de school niet officieel erkend is door de staat. Het bijzondere aan deze Fangascholen is dat vanaf het 3de leerjaar alle kinderen naast de gewone lessen rekenen, taal (naast Bamanan ook Frans), geschiedenis, milieu, moraal, ook praktijklessen krijgen waardoor ze al zeer jong voorbereid worden op een later beroep als tuinbouwer, schrijnwerker/ meubelmaker, kleermaker, enz. Daardoor stijgt het aantal technisch opgeleide vaklui in de regio en daalt het toekomstig aantal werklozen… Tegelijk stijgt ook de kwaliteit van het gewone onderwijs omdat de leerlingen aanzienlijk meer gemotiveerd zijn dan op een gewone basisschool.

5. Gendergelijkheid

gendergelijkheid in de klas

Omdat het ontwikkelingsniveau van de vrouwen minstens zo belangrijk is als dit van de mannen, ziet Mali-ka-di erop toe dat meisjes en jongens dezelfde kansen krijgen om naar school te gaan en een vak te leren. Jongens leren breien, meisjes leren timmeren! Krijgen vrouwen traditioneel nog steeds weinig kansen om financieel onafhankelijk te worden van hun mannen, dan zorgt Mali-ka-di’s partner ervoor dat de vrouwen zich verenigen om hun belangen te verdedigen: ze leren sparen en zich organiseren, dingen die hun mannen vreemd zijn. Ook het oudercomité van de basisschool in Fintiguila bestaat voor de helft uit vrouwen. Bovendien worden in de mate van het mogelijke vrouwelijke leerkrachten aangesteld, zodat jonge meisjes een rolmodel aangereikt krijgen naast dat van hun traditionele huismoeder, die net als hun vaders noch lezen, noch schrijven kunnen.

6. Schoon water en sanitair

inhuldiging waterput op zonne energie
inhuldiging waterput op zonne energie

Twee van de vier dorpen liggen aan de Bani, een zijrivier van de Niger. In het regenseizoen overstromen deze dorpen (met mogelijke besmetting van de bestaande waterputten als gevolg), in het droge seizoen staat er vaak te weinig water in de putten in het dorp. Mede door kleine afstand tussen de waterputten en de septische putten, is het water in het dorp vaak besmet: deze putten verder van elkaar plaatsen is een hele klus voor de dorpelingen… Bij de scholen in Fintiguila en Touana is nog geen sanitair opgetrokken: dit staat op het te-doen-programma van Mali-ka-di! Intussen hebben Mali-ka-di & partner er wel voor gezorgd dat er in de moestuinen van de vrouwen in Fintiguila, Touana en Bolitoumou  waterputten (met een pompsysteem) worden gebouwd (met aansluiting op een primair systeem van buizen, kranen en bassins).

7. Betaalbare en duurzame energie

zonnepanelen op het atelier
zonnepanelen op het atelier

Door de overvloedige zonneschijn, is er in principe geen tekort aan zonne-energie. 90 zonnepanelen op het dak van het projectatelier in Fintiguila leveren de energie voor de naaimachines van de opleiding snit & naad, terwijl het pompsysteem van de waterputten in de vrouwenmoestuinen in Touana en Bolitoumou eveneens op zonne-energie werkt.

8. Eerlijk werk en economische groei

gierstmolen ipv gierststampen
gierstmolen ipv gierststampen
in de rij voor de gierstmolen
in de rij voor de gierstmolen

Met de erkenning van de basisschool als publieke school in Fintiguila , heeft het dorp zich geëngageerd om zelf 1 leerkracht te betalen. Daartoe heeft Mali-ka-di de installatie op zich genomen van 2 molens (1 voor karité en 1 voor gierst) waardoor de vrouwen dagelijks aanzienlijk meer tijd krijgen om hun tuinen te bewerken en een grotere oogst en dus een grotere opbrengst te realiseren. Dat het Fintiguila intussen voor de wind gaat, mag blijken uit het feit dat verscheidene dorpelingen zijn terug gekeerd naar het dorp nadat ze eerder uit financiële nood waren vertrokken!

9. Industrie, innovatie en infrastructuur

infrastructuur

De 4 dorpen zijn zo afgelegen, dat er geen asfaltwegen zijn, alleen zandwegen, die bovendien bij overtollige regenval overspoeld worden, waardoor de dorpen tijdelijk onbereikbaar worden voor de auto. Alleen zware moto’s geraken door de modder. Deze fysieke onbereikbaarheid maakt dat nieuwe ontwikkelingen er niet zo snel van de grond komen en er totaal geen industrie of innovatieve initiatieven worden ontplooid.

10. Ongelijkheid verminderen

bezoek aan de stad - paleis Segoukoro
bezoek aan de stad – paleis Segoukoro

Omdat iedereen in deze dorpen ‘arm en analfabeet’ is, is er in principe weinig ongelijkheid. Een veel grotere ongelijkheid is er tussen stedelingen en dorpelingen, die zich traditioneel minderwaardig voelen ten opzichte van stedelingen. Toch zijn er bijna dagelijks contacten tussen beide: in het dorp zijn er immers maar weinig producten verkrijgbaar… De grootste ongelijkheid is echter die tussen man en vrouw, tussen jongens en meisjes (zie 5. Gendergelijkheid).

11. Duurzame steden en gemeenten

info via schotelantenne in het dorp
info via schotelantenne in het dorp

Traditioneel waren in deze dorpen alle gebruiksvoorwerpen, bouwmaterialen, werk- en voertuigen van organisch materiaal. Dat maakte dat er geen ‘afval’ was omdat alles op heel korte tijd verging. Met de aanvoer van werktuigen en voorwerpen in metaal, pvc en andere synthetische stoffen stelt zich nu een ‘afvalprobleem’, waarvan batterijen de meest agressieve soort zijn. Jammer genoeg bestaat er op dit ogenblik geen milieuvriendelijke oplossing voor dit probleem. Verder dan het informeren van de bevolking over de gevaren van deze batterijen en het verzamelen ervan is Mali-ka-di niet geraakt…

12. Verantwoorde consumptie en productie

terugkomst vd wekelijkse markt
terugkomst vd wekelijkse markt
voeding voor mens & dier
voeding voor mens & dier

In deze regio wordt minimaal geconsumeerd. Wat geproduceerd wordt in de landbouw, de veeteelt en de visvangst is hoofdzakelijk voor eigen gebruik en voor verkoop op de plaatselijke markt. De ecologische voetafdruk van de dorpelingen is minimaal: er wordt nog op open houtvuur gekookt, maar behalve een metalen kookpot, gebruiken de bewoners naast een enkele plastieken emmer vooral kalebassen. Brommers zijn gelukkig nog een zeldzaamheid, fietsen zijn super eenvoudige tweewielers en van 3-of 4-wielers is geen sprake, noch van tractoren!  Elk groot familieverband heeft meestal naast wat kleinvee (kippen, geiten en schapen) een 4-tal ossen om het land te bewerken: 2 voor in de voormiddag, 2 andere voor in de namiddag. In principe zijn er goede afspraken tussen de dorpsgemeenschappen van landbouwers en passerende herders met kuddes van vaak meer dan 100 koeien, zodat er geen conflicten rijzen over graasplekken tijdens het droge seizoen.

13. Klimaatactie

bodemerosie vraagt meer beplanting
bodemerosie vraagt meer beplanting

Om tegenmaatregelen te nemen tegen onvoorspelbare stormen, windhozen, temperatuurschommelingen, droogte en opwarming, wordt de bevolking te pas en te onpas aangeraden meer bomen te planten, zowel op het erf (schaduw) als op het land rond de dorpen (verkoeling en beschutting van de lemen huizen). Meer variatie in de beplanting van de moestuinen moet bodemerosie tegengaan. Dit vraagt een diepgaande verandering en aanpassing van een eeuwenlang gestandaardiseerde levenswijze, wat net als in het Westen een hele omscholing vraagt temeer in dit land, waarvan de bevolking ongeschoold is en niet gewend aan afwijken van diep ingewortelde gewoontes.

14. Leven op het water

Bani
Bani

Twee van de 4 dorpen leven deels van de visvangst op de Bani, die op zijn beurt is aangetast door de vervuiling van het land (vooral na overstroming door achtergelaten lege batterijen voor draaglampen). Gelukkig varen er nog geen motorboten maar prauwen op de Bani, waardoor er geen olievervuiling is. Vervuiling met detergent / zeep blijft beperkt. Mens en dier leven nog grotendeels in harmonie met elkaar op en rond de Bani… Aan waterzuivering van het gebruikte putwater op het erf, is nauwelijks behoefte: het weinige water dat er is, verdampt onmiddellijk of wordt aan de dieren gegeven. 

15. Leven op het land

ZAI
terug naar ZAI

Door de regelmatige overstromingen van het land door de Bani, is de bodem leemachtig en bijzonder vruchtbaar. Maar omdat deze leembodem zo hard is  als beton is hij zeer moeilijk te bewerken. Een uitstekende eeuwenoude landbouwmethode, de ZAI-methode, opgegeven onder decennia koloniale invloed, dient opnieuw ingevoerd: daarbij werd het gierstzaad in kleine ondiepe putjes in de bodem ingeplant, en niet op verhoogde punten zoals nu. Hierdoor kon het jonge zaad bij de minste regenval vocht opnemen, ontkiemen en wortel schieten, waardoor de jaarlijkse gierstoogst kan verdubbelen.

Voor de moestuinen van de vrouwen, leveren de oevers van de Bani het noodzakelijke zand om de leemaarde te ‘ont-dichten’, terwijl loslopend vee voor bemesting zorgt. Dit vee is tegelijk een tweesnijdend zwaard: tijdens de droogte vreet het de laatste groene sprietjes op, waardoor conflicten tussen veeboeren en landbouwers kunnen ontstaan. Alleen sterke metalen omheiningen en goede afspraken tussen de verschillende bevolkingsgroepen kunnen dan ongelukken vermijden…

16. Vrede, justitie en sterke publieke diensten

samen sparen voor omheining
samen sparen voor omheining

In deze 4 dorpen leven verschillende ethnieën vreedzaam te samen. Fintiguila (ca. 450 bewoners) is het kleinste dorp, bestaande uit een 15 tal grote families, die grotendeels zijn overgeschakeld van visvangst op land- en tuinbouw. Ook Touana (ca. 1.200 inwoners) was een vissersdorp en heeft nog steeds 3 burgemeesters voor 3 verschillende taalgemeenschappen – wat geen communicatieproblemen geeft! Bolitoumou (ca. 2.400 bewoners) bestaat uit een sterk georganiseerde dorpsgemeenschap van Peulh landbouwers en veeboeren. De vrouwen van Zambougou tenslotte (ca. 3.000 inwoners)  willen naar het voorbeeld van die van Touana en Bolitoumou een akkoord sluiten met Mali-ka-di & partner om een gezamenlijk ontwikkelingstraject af te leggen. Deze vrouwen hebben zich verenigd in 3 ‘associations’ genaamd ‘Fourbaton’, ‘Hawaton’ en ‘Benkadi’ bestaande uit 202, 205 en 280 vrouwen, die geld bijeen sparen om 3 grote moestuinen aan te leggen, zodat ze op termijn over voldoende voedsel- en bestaanszekerheid beschikken …

17. Partnerschap om doelstellingen te bereiken

spreekrecht & partnership
spreekrecht & partnership

Mali-ka-di kon in 2011 slechts van start gaan na dagenlang overleg met een lokale partner, die het initiatief nam om zich gratis ten volle te engageren voor het goede doel: Souleymane en zijn vrouw Nadie stelden zich als levensdoel om een eerste dorp (Fintiguila) – in het bijzonder de kinderen – aan de armoede te onttrekken. Na verloop van tijd ontstond hieruit het officiële ‘CRDERMS’ (Coordination Régionale pour le Développement de l’Education Rural et de Maraîchage – Ségou). Door de snelle daadwerkelijk-zichtbare verbetering van de levensstandaard en het onderwijs in Fintiguila, volgden aanvragen vanuit andere naburige dorpen, Touana, Bolitoumou en tenslotte Zambougou om samen met de assistentie van CRDERMS en de financiële hulp van Mali-ka-di een stap verder te zetten in de regionale ontwikkeling van hun dorpen. Hierdoor verlaten deze bewoners niet langer hun land maar bouwen het integendeel op! Scholen, moestuinen, vorming van vrouwen en kinderen en vooral een hecht samenwerkingsverband blijken de beste garantie op succes…